Zet puntjes op de i

Verbeter de communicatie op de werkvloer

Achtergrondinformatie

Meten is weten!

Wat is er nodig om je taalniveau te verhogen, welke aspecten zijn belangrijk, waaraan moet je werken? Het zijn vragen waarop niet eenduidig antwoord te geven is. Voor een trainingsprogramma is het belangrijk vast te stellen wat het vertrekpunt is en wat het einddoel. In het startgesprek worden de leerwensen helder. Het vaststellen van het beginniveau is te achterhalen met een taaltest.

De taalniveaus die Zpodi hanteert zijn beschreven in het Common European Framework of Reference for languages (CEFR.pdf) Op basis van deze globale beschrijvingen kunnen toetsen en trainingen worden vormgegeven. Zo is het Inburgeringcertificaat vastgesteld op het A2 niveau. De  Staatsexamens NT2 op niveau B1 voor programma I op niveau B2 voor programma II. Meer informatie over deze niveaus, Inburgering en Staatsexamens NT2 is te vinden op de website van inburgeren.nl en duo.nl.  

Het proces van taalontwikkeling houdt niet op bij het behalen van de examens. Taalverwerving vraagt voortdurend inspanning. De meeste aanbieders van NT2 trainingen richten zich op het slagen voor de examens en niet op taalverwerving na deze periode. Standaard lessen hebben dan niet veel zin, omdat ze onvoldoende aansluiten op de leervraag. De taalontwikkeling en de behoefte aan lessen loopt per individu steeds meer uiteen, maatwerk heeft meer effect om puntjes op de i te zetten.    

Leerstijl

Een lesprogramma is alleen succesvol als dit aansluit bij de manier waarop je leert. Tal van wetenschappers hebben zich beziggehouden met leerstijlen en allerlei testen ontwikkeld om die te bepalen. David Kolb is zo'n bekende wetenschapper. Hij beschreef een cyclisch proces met vier opeenvolgende leerfasen en hieraan gekoppelde leerstijlen.


Manon Ruijters gaat er vanuit dat de context waarin je leert medebepalend is voor je leervoorkeur. Ze definieert vijf leervoorkeuren in metaforen: 

  • Kunst afkijken: anderen observeren, analyseren wat bruikbaar is en dan toepassen in werkpraktijk
  • Participeren: sparren met anderen, leren in dialoog, samen iets uitzoeken, elkaar vertrouwen
  • Kennis verwerven: opdoen van objectieve kennis uit boeken, feiten etc., leren van experts
  • Oefenen: uitproberen in veilige omgeving, kritische reflectie, mentoring, veel oefenen
  • Ontdekken: in het diepe springen, nieuwsgierig zijn, toeval, creativiteit, zelfsturing

Een leerstijl is niet goed of fout. Iedereen heeft zo zijn eigen voorkeur: begint de een met nadenken, de ander komt meteen in actie. Leerstijlen worden door elkaar heen gebruikt, maar je hebt wel een bepaalde voorkeur voor een stijl. Je ontwikkelt ze door ervaringen in de omgeving waarin je leeft en werkt. De meeste mensen hanteren hun eigen unieke combinatie van de leerstijlen. Voor de coach belangrijk hierop aan te sluiten.

Leerrendement

Hoe kan een leertraject het gewenste resultaat opleveren? Dit is een vaak vergeten stap in het leerproces. Door evaluatie aan het einde van het traject wordt het behaalde resultaat duidelijk. Het is belangrijk te beseffen dat dit een momentopname is. Uit onderzoek is gebleken dat slechts 15% van deelnemers aan trainingen het geleerde toepast in de praktijk. 

Er zijn tientallen manieren om het leerrendement te borgen. Wat voor de één werkt, hoeft voor de  ander niet te werken, het vraagt om  maatwerk. Volgens Donald Kirkpatrick bestaat het borgen van leerrendement uit 4 belangrijke pijlers: versterken, aanmoedigen, belonen en monitoren. Steun door leidinggevenden, collega's, nazorg van de trainer of coach dragen bij aan het succesvol leren in de praktijk.